Vertalingen PIP EN>NL
the pip | vruchtenpit (znw.) ; de pit (m) ; de ontsteking (v) ; de lont ; de kaarsenpit ; binnenste van een vrucht (znw.) |
PIP (Afkorting) | PIP-gewricht ; PIP (Afkorting) ; overheidsinvesteringsprogramma |
pip | zaadkorrel ; afsmelting ; uniformster ; pit ; pip ; korrel ; centreerputje ; centreernok ; biep ; afsmeltpunt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `PIP`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: stoneUitdrukkingen en gezegdes
EN: he has the
pip
NL: hij heeft een kwade buiEN: pip out
NL: (sl.) het hoekje omgaanEN: piped
NL: (sl.) gezakt (voor examen)