Vertalingen onlooker EN>NL
a person who watches something happening: “A crowd of onlookers had gathered round the two men who were fighting.”toeschouwer© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the onlooker | deel van publiek (znw.) ; de observator (m) ; de toekijker (m) ; de toeschouwer (m) ; de waarnemer (m) |
onlooker | kijker |
Bronnen: interglot; MWB
Voorbeeldzinnen met `onlooker`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: bystanderEN: eyewitnessEN: looker-onEN: passer-byEN: spectatorEN: witnessEN: Zelfst. Naamw.