Vertalingen occur EN>NL
1 to take place: “The accident occurred yesterday morning.”plaatsvinden2 (withto) to come into one's mind: “An idea occurred to him”opkomen3 to be found: “Oil occurs under the sea.”zich bevindenoc'currence (Zelfstandig naamwoord): “a strange occurrence.”voorval occurrence, ~occurred and occurring have two rs.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to occur | optreden (ww.) ; zich voordoen (ww.) ; voorvallen (ww.) ; voorkomen (ww.) ; voordoen (ww.) ; verschijnen (ww.) ; plaatsvinden (ww.) ; plaats vinden (ww.) ; plaats hebben (ww.) ; passeren (ww.) ; opkomen (ww.) ; opduiken (ww.) ; opdagen (ww.) ; ontspinnen (ww.) ; geschieden (ww.) ; gebeuren (ww.) |
occur | aan de hand zijn ; zich afspelen ; zich ; afspelen |
Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `occur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: attendEN: come aboutEN: come to passEN: crop upEN: ensueEN: go downEN: go offEN: go onEN: materializeEN: take place