Vertalingen news EN>NL
a report of, or information about, recent events: “You can hear the news on the radio at 9 o'clock”nieuws'newsy (Bijvoeglijk naamwoord)full of news: “a newsy letter.”vol nieuws'newsagent (Zelfstandig naamwoord)(Americannews dealer) a person who has a shop selling newspapers (and usually other goods).kioskhouder'newscast (Zelfstandig naamwoord)a broadcast of news in a radio or television programme.nieuwsuitzending'newscaster (Zelfstandig naamwoord)a person who presents a news broadcast.nieuwslezer'newsletter (Zelfstandig naamwoord)a sheet containing news issued to members of a group, organization etc.mededelingenblad'newspaper (Zelfstandig naamwoord)a paper, printed daily or weekly, containing news etc: “a daily newspaper.”krant news is singular: No news is good news.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the news | het journaal ; het magazine ; de nieuwigheid (v) ; het nieuws ; het nieuwsbericht ; het televisiejournaal ; de tijdspiegel (m) ; het weekblad |
news | periodiek ; nieuwsberichten ; nieuwtje |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `news`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: communicationEN: reportEN: weeklyEN: wordUitdrukkingen en gezegdes
EN: he is in the
news
NL: hij staat in de publieke belangstelling