Vertaal
Naar andere talen: • narrate > DEnarrate > ESnarrate > FR
Vertalingen narrate EN>NL
to tell (a story): “He narrated the events of the afternoon.”
vertellen

nar'ration (Zelfstandig naamwoord)

het vertellen

narrative (Zelfstandig naamwoord)

a story: “an exciting narrative.”
verhaal

nar'rator (Zelfstandig naamwoord)

1 a person who tells a story.
vertellen

2 a person who tells you what is happening or explains something in a film.
commentator
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to narrate babbelen (ww.) ; kakelen (ww.) ; klappen (ww.) ; kletsen (ww.) ; kwebbelen (ww.) ; kwekken (ww.) ; kwetteren (ww.) ; praten (ww.) ; snateren (ww.) ; spreken (ww.) ; verhaal vertellen (ww.) ; verhalen (ww.) ; vertellen (ww.) ; wauwelen (ww.) ; zwammen (ww.)
narrate debiteren
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `narrate`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: talk