Vertalingen mend EN>NL
1 to put (something broken, torn etc) into good condition again; to repair: “Can you mend this broken chair?”repareren2 to grow better, especially in health: “My broken leg is mending very well.”zich herstellena repaired place: “This shirt has a mend in the sleeve.”verstelde plek'mending (Zelfstandig naamwoord)1 the act of repairing: “the mending of the chair.”reparatie2 things needing to be mended, especially by sewing: “Put your torn shirt with my pile of mending!”verstelwerk© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to mend | fiksen (ww.) ; gaten dichten (ww.) ; goedmaken (ww.) ; herstellen (ww.) ; maken (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; repareren (ww.) ; stoppen (ww.) ; verstellen (ww.) |
mend | boeten ; flikken ; lappen ; oplappen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `mend`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: bondEN: darnEN: fixEN: get betterEN: get working againEN: healEN: joinEN: patch upEN: put back togetherEN: rebuildUitdrukkingen en gezegdes
EN: least said soonest
mended
NL: hoe minder er over gezegd wordt, des te beter is hetEN: mend or end
NL: doe het beter of houd er mee opEN: mend fuel to the fire
NL: kolen op het vuur doenEN: mend one's pace
NL: zijn pas versnellenEN: mended prices
NL: prijzen die opgelopen zijnEN: he is on the
mend
NL: hij is aan de betere hand