1 a small solid mass of no particular shape: “The custard was full of lumps and no-one would eat it.”
klont

2 a swelling: “She had a lump on her head where she had hit it.”
bult

3 a small cube-shaped mass of sugar.
klontje
(usually withtogether) to treat or think of as (all) alike.
op aan hoop gooien

'lumpy (Bijvoeglijk naamwoord)

containing lumps: “lumpy custard.”
klonterig

'lumpiness (Zelfstandig naamwoord)

klonterigheid

lump sum

an amount of money given all at once, not in parts over a period of time.
bedrag ineens

if you don't like it

whether you like the situation or not, you will have to endure it.
je hebt het maar te slikken
© K Dictionaries Ltd.

the lump	de pukkel ; de opzetting (v) ; het letsel ; de kwetsuur (v) ; de knobbel (m) ; de klonter (m) ; de klont ; kleine brok (znw.) ; de dikte ; het brokje ; de bobbel
lump	stuk ; weefstuk ; stukje ; bal ; prop ; massa ; koek ; kluit ; klonter ; klomp ; homp ; gemenghoop ; fragment ; eindje ; dot ; brok ; bonk

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.




EN: block
EN: bulge
EN: bump
EN: chunk
EN: growth
EN: hump
EN: hunk
EN: knob
EN: knobble
EN: knot

EN: in the lump NL: in zijn geheel
EN: lump along NL: voortsjokken
EN: lump down NL: neerploffen
EN: lump in NL: er bij nemen
EN: if you don't like it, you may lump it NL: al staat het je niet aan toch moet je het maar slikken
EN: the lump sum NL: de som ineens NL: forfaitair bedrag