to line	zich opstellen langs (ww.) ; aansluiting (ww.) ; afzetlint (ww.) ; bekleden met (ww.) ; belijnen (ww.) ; colonne (ww.) ; connectie (ww.) ; contact (ww.) ; file (ww.) ; gelid (ww.) ; koord (ww.) ; kordon (ww.) ; lijnen (ww.) ; lijntje (ww.) ; linie (ww.) ; lint (ww.) ; voeren (ww.) ; verbinding (ww.) ; van lijnen voorzien (ww.) ; strepen trekken (ww.) ; strepen (ww.) ; streepje (ww.) ; streep (ww.) ; schriftlijn (ww.) ; rij (ww.) ; regel (ww.) ; politielint (ww.) ; zich opstellen langs ; liniëren (ww.)
the line	de leiding ; het touw ; de linietroepen ; de lijn (v) ; de draad (m)
line	lijntje ; bekleden ; lijnstuk ; lijn regel ; lijn ; leiding in de zin van pijpleiding ; hoofdtransmissielijn ; hengelsnoer ; hangerdraad ; hanger ; draaglijn ; communicatielijn ; buis ; beurt ; bekleden met een voering ; assortiment ; pijp ; pijpleiding ; produktielijn ; reeks ; richtlijn ; schreef ; sim ; snoer ; spoor ; stofferen ; toer ; toerbeurt ; touwtje ; trek ; vislijn ; vissnoer

Bronnen: MWB; interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; kde.nl/node/386; Autowoordenboek




EN: band
EN: chain
EN: column
EN: dash
EN: file
EN: flash
EN: linking
EN: procession
EN: queue
EN: rank

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `queue` In US-Engels gebruikt men `line`

EN: lines NL: strafregels NL: tekst (van toneelspeler) NL: gedicht
EN: line of life, line of fortune NL: handpalmlijn, levenslijn
EN: the Line NL: de equator
EN: as straight as a line NL: kaarsrecht
EN: draw the line NL: paal en perk stellen
EN: line abreast, line ahead NL: naast, achter elkaar (gaan) van schepen, vliegtuigen etc.
EN: line of battle NL: slagorde
EN: ship of the line NL: linieschip
EN: hard lines NL: tegenslag