Vertaal
Naar andere talen: • hurry > DEhurry > EShurry > FR
Vertalingen hurry EN>NL

1 to (cause to) move or act quickly, often too quickly: “You'd better hurry if you want to catch that bus”
haasten

2 to convey quickly: “After the accident, the injured man was hurried to the hospital.”
snel brengen

1 the act of doing something quickly, often too quickly: “In his hurry to leave, he fell and broke his arm.”
haast

2 the need to do something quickly: “Is there any hurry for this job?”
haast

'hurried (Bijvoeglijk naamwoord)

1 done quickly, often too quickly: “This was a very hurried piece of work.”
haastig

2 (negativeunhurried) forced to do something quickly, often too quickly: “I hate feeling hurried.”
gehaast

'hurriedly (Bijwoord)

gehaast

in a hurry

1 acting quickly: “I did this in a hurry.”
met spoed

2 wishing or needing to act quickly: “I'm in a hurry.”
haast hebben

3 soon; easily: “You won't untie this knot in a hurry.”
zo gauw, zo gemakkelijk

4 eager: “I'm in a hurry to see my new house.”
staan te popelen

hurry up

to (cause to) move quickly: “Hurry him up, will you”
opschieten!
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to hurry ijlen (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich haasten (ww.) ; voortmaken (ww.) ; vliegen (ww.) ; tempomaken (ww.) ; tempo maken (ww.) ; spoeden (ww.) ; snellen (ww.) ; reppen (ww.) ; overhaasten (ww.) ; opschieten (ww.) ; opjagen (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; haasten (ww.) ; haast maken (ww.) ; aanpoten (ww.)
the hurryde vlugheid (v) ; de spoed (m) ; de overijling (v) ; de overhaasting (v) ; de haastigheid (v) ; de haast ; de gehaastheid (v) ; de gauwigheid (v)
hurry ijl ; dringen ; urgent zijn ; tot haast aanzetten ; spoed maken
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Antiquarian Dictionary


Voorbeeldzinnen met `hurry`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: accelerate
EN: be quick
EN: dash
EN: go quickly
EN: make haste
EN: move along
EN: move quickly
EN: run
EN: rush
EN: speed

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: be in a hurry NL: haast hebben
EN: you will not beat that in a hurry NL: dat doe je zo gemakkelijk niet beter
EN: I shall not ask again in a hurry NL: ik zal het niet zo gauw een tweede keer vragen
EN: hurry along, on NL: voortjagen, opjagen NL: voortijlen
EN: hurry away NL: in haast wegbrengen NL: wegijlen
EN: hurry up NL: voortmaken NL: haast maken NL: aanporren