Vertaal
Naar andere talen: • health > DEhealth > EShealth > FR
Vertalingen health EN>NL

1 the state of being well or ill: “He is in good/poor health.”
gezondheid

2 the state of being well: “I may be getting old, but so long as I keep my health, I'll be happy.”
gezondheid

'healthy (Bijvoeglijk naamwoord)

1 (generally) having good health: “I'm rarely ill †“ I'm really a very healthy person”
gezond

2 causing or helping to produce good health: “a healthy climate.”
heilzaam

3 resulting from good health: “a healthy appetite.”
gezond

4 showing a sensible concern for one's own well-being etc: “He shows a healthy respect for the law.”
verstandig

'healthiness (Zelfstandig naamwoord)

gezondheid

'health maintenance organization (Zelfstandig naamwoord)

(abbreviation HMO) (American) a system of health centers providing medical treatment, preventive care and hospitalization to its paying members.
ziekte(kosten)verzekering

health service

(the organization which runs) all the medical services of a country which are available to the public.
gezondheidszorg

drink (to) someone's health

to drink a toast to someone, wishing him good health.
toasten op, een toast uitbrengen op
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the healthde gezondheid (v) ; het welzijn
health gezondheids ; gezondheid ; gezondheids-
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `health`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: condition
EN: form
EN: healthy
EN: robustness
EN: strength
EN: vigour

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: your health! NL: op je gezondheid!
EN: health centre NL: consultatiebureau
EN: health foods NL: natuurzuivere levensmiddelen NL: healthful bn
EN: health office NL: gezondheidsdienst
EN: health officer NL: ambtenaar v.d.gezondheidsdienst
EN: health resort NL: herstellingsoord
EN: National Health Service NL: Staatsgezondh.dienst
EN: propose a p's health NL: drinken op iemands gezondheid