Vertaal
Naar andere talen: • garden > DEgarden > ESgarden > FR
Vertalingen garden EN>NL
a piece of ground on which flowers, vegetables etc are grown: “a small garden at the front of the house”
tuin; tuin-
to work in a garden, usually as a hobby: “The old lady does not garden much.”
tuinieren

'gardener (Zelfstandig naamwoord)

a person who works in, and looks after, a garden.
tuinman

'gardening (Zelfstandig naamwoord)

the work of looking after a garden: “Gardening is his favourite hobby”
het tuinieren; tuin-

'gardens (noun singular or plural)

a park, especially one where animals are kept or special trees or flowers are grown: “zoological/botanical gardens.”
tuin

garden party

a large (usually formal) party, held in the garden of a house etc.
tuinfeest
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to garden gaard (ww.) ; hovenieren (ww.) ; tuin (ww.) ; tuinieren (ww.)
garden hof ; tuin
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `garden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: court

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `garden`
In US-Engels gebruikt men `backyard / yard`
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: the Garden of England NL: Kent
EN: lead a person up the garden (garden-path) NL: iemand om de tuin leiden