1 near the beginning (of a period of time etc): “early in my life”
vroeg

2 sooner than others; sooner than usual; sooner than expected or than the appointed time: “He arrived early”
te vroeg

1 belonging to, or happening, near the beginning of a period of time etc: “early morning”
vroeg

2 belonging to the first stages of development: “early musical instruments.”
oud

3 happening etc sooner than usual or than expected: “the baby's early arrival”
vroeg

4 prompt: “I hope for an early reply to my letter.”
spoedig

'earliness (Zelfstandig naamwoord)

vroegtijdigheid

early bird

someone who gets up early or who acts before others do.
vroege opstaander
© K Dictionaries Ltd.

early

vroeg ; vroegtijdig ; bijtijds ; pril ; tijdig ; vroegtijdige

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB




EN: hasty
EN: impulsive
EN: precipitate
EN: rash
EN: untimely

EN: Early Bird NL: id., communicatiesatelliet (tv)
EN: early closing day NL: dag waarop de winkels 's middags dicht zijn
EN: keep early hours NL: vroeg naar bed gaan en vroeg opstaan
EN: he was an hour early NL: hij was een uur te vroeg
EN: at an early date NL: spoedig
EN: the early bird catches the worm NL: de morgenstond heeft goud in de mond