Vertaal
Naar andere talen: • curse > DEcurse > EScurse > FR
Vertalingen curse EN>NL

1 to wish that evil may fall upon: “I curse the day that I was born!”
vervloeken

2 to use violent language; to swear: “He cursed (at his own stupidity) when he dropped the hammer on his toe.”
vloeken

1 an act of cursing, or the words used: “the witch's curse.”
verloeking

2 a thing or person which is cursed: “Having to work is the curse of my life.”
vloek

cursed with

having the misfortune to have: “She's cursed with a troublesome mother-in-law.”
gestraft met
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to curse banvloek (ww.) ; ketteren (ww.) ; schelden (ww.) ; verdoemen (ww.) ; vertikking (ww.) ; vervloeken (ww.) ; vervloeking (ww.) ; verwensen (ww.) ; verwensing (ww.) ; vloeken (ww.)
the cursede plaag ; de vloek (m)
curse godlasteren ; vermaledijen
Bronnen: interglot; memberfiles.freewebs.com; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `curse`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: commit blasphemy
EN: damn
EN: evil eye
EN: exclamation
EN: gremlin
EN: invective
EN: issue oaths
EN: oath
EN: plague
EN: swear

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: I don't care a curse NL: het kan me geen sikkepit schelen
EN: not worth a curse NL: geen sikkepit waard
EN: curse with NL: bezoeken met
EN: curse it! NL: vervloekt!