Vertalingen concur EN>NL
to agree; to come together, or coincide.overeenstemmencon'currence (Zelfstandig naamwoord)overeenstemmingconcurrent (Bijvoeglijk naamwoord)samenvallendcon'currently (Bijwoord)samenvallend© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to concur | eens worden (ww.) ; overeenkomen (ww.) ; overeenstemmen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `concur`

Voorbeeldzinnen laden....