Vertalingen change EN>NL
1 to make or become different: “They have changed the time of the train”veranderen2 to give or leave (one thing etc for another): “She changed my library books for me.”omruilen3 (sometimes withinto) to remove (clothes etc) and replace them by clean or different ones: “I'm just going to change (my shirt)”zich omkleden4 (withinto) to make into or become (something different): “The prince was changed into a frog.”veranderen5 to give or receive (one kind of money for another): “Could you change this bank-note for cash?”wisselen1 the process of becoming or making different: “The town is undergoing change.”verandering2 an instance of this: “a change in the programme.”wijziging3 a substitution of one thing for another: “a change of clothes.”verschoning4 coins rather than paper money: “I'll have to give you a note †“ I have no change.”kleingeld5 money left over or given back from the amount given in payment: “He paid with a dollar and got 20 cents change.”wisselgeld6 a holiday, rest etc: “He has been ill †“ the change will do him good.”verandering'changeable (Bijvoeglijk naamwoord)changing often; liable to change often: “changeable moods.”veranderlijkchange handsto pass into different ownership: “This car has changed hands three times.”van hand verwisselena change of hearta change in attitude.een verandering van ideea anthe change of lifethe menopause.overgangchange one's mindto alter one's intention or opinion (about something): “He was going to go to France but he changed his mind.”van gedachte veranderenfor a changeto be different; for variety: “We're tired of the car, so we'll walk for a change.”ter afwisseling© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to change | omwerken (ww.) ; ruil (ww.) ; richtingsverandering (ww.) ; overstappen (ww.) ; overstap (ww.) ; overplaatsing (ww.) ; overdoen (ww.) ; opnieuw doen (ww.) ; omzetten (ww.) ; omwisseling (ww.) ; omwisselen (ww.) ; ruilen (ww.) ; omslaan (ww.) ; omschakeling (ww.) ; omruiling (ww.) ; omruilen (ww.) ; ommezwaai (ww.) ; ommekeer (ww.) ; omkleden (ww.) ; omkeer (ww.) ; ombuiging (ww.) ; verruilen (ww.) ; wisselgeld (ww.) ; wisselen (ww.) ; wijziging (ww.) ; wijzigen (ww.) ; wending (ww.) ; verwisseling (ww.) ; verwisselen (ww.) ; verversen (ww.) ; verruiling (ww.) ; ombuigen (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; verkleden (ww.) ; verkeren (ww.) ; verbuigen (ww.) ; verandering (ww.) ; veranderen (ww.) ; uitwisseling (ww.) ; transformatie (ww.) ; ruiltransactie (ww.) ; mutatie (ww.) ; afwisselen (ww.) ; amendement (ww.) ; amenderen (ww.) ; amendering (ww.) ; andere kleren aantrekken (ww.) ; anders maken (ww.) ; geld wisselen (ww.) ; hernieuwen (ww.) ; hervorming (ww.) ; herzien (ww.) ; inruil (ww.) ; inwisselen (ww.) ; keer (ww.) ; keerpunt (ww.) ; kentering (ww.) ; kleingeld (ww.) ; krom buigen (ww.) ; modificatie (ww.) ; modificeren (ww.) ; herziening (ww.) |
the change | de wisseling (v) ; de aanpassing (v) ; de afwisseling ; de pasmunt |
change | erandering ; kenteren ; omslag ; omzetting ; overschakelen naar andere versnelling ; schommeling ; verandering ; verloop ; vermaken ; vernieuwing ; vervangen ; verversen van olie ; verzetting ; wijzig ; wijziging ; aanpassen |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Tecdic.com; Horecagids; Wikipedia; MWB; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `change`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: adaptEN: adaptationEN: adjustEN: adjustmentEN: alterEN: alterationEN: amendEN: amendmentEN: cashEN: changeoverUitdrukkingen en gezegdes
EN: change one's clothes
NL: z. verkledenEN: change colour
NL: verschieten van kleurEN: change one's condition
NL: trouwenEN: change down
NL: terugschakelenEN: change one's feet
NL: andere schoenen aantrekkenEN: change gear
NL: overschakelenEN: change front
NL: ander standpunt innemenEN: change hands
NL: in andere handen overgaan, verhandeld wordenEN: change one's linen
NL: z. verschonenEN: change one's mind
NL: z. bedenkenEN: change one's note, tune
NL: een toontje lager (gaan) zingenEN: change step, foot, feet
NL: de pas veranderenEN: change into
NL: overgaan inEN: change into shorts
NL: 'n korte broek aantrekkenEN: change over
NL: omschakelen, 'omzwaaien'EN: change up
NL: naar hogere versnelling schakelen