Vertaal
Naar andere talen: • affix > DEaffix > ESaffix > FR
Vertalingen affix EN>NL
to attach (something) to an object etc: “Affix the stamp to the envelope.”
vasthechten
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to affix bevestigen (ww.) ; vastzetten (ww.) ; vastplakken (ww.) ; vastnaaien (ww.) ; vastmaken (ww.) ; vastlijmen (ww.) ; vasthechten (ww.) ; toevoegsel (ww.) ; toevoeging (ww.) ; supplement (ww.) ; opplakken (ww.) ; lijmen (ww.) ; hechten (ww.) ; ergens aan bevestigen (ww.) ; bijvoegsel (ww.) ; appendix (ww.) ; addendum (ww.) ; aanvulling (ww.) ; aanhangsel (ww.)
the affixhet affix
affix aanhechten ; verstevigen ; vaststellen ; tuigeren ; fixeren ; bepalen ; affix ; achtervoegen ; aanhechtsel
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `affix`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: secure