Vertalingen unite EN>NL
1 to join together, or to make or become one: “England and Scotland were united under one parliament in 1707”(zich) verenigen2 to act together: “Let us unite against the common enemy.”eensgezind handelenu'nited (Bijvoeglijk naamwoord)1 joined into a political whole: “the United States of America.”verenigd2 joined together by love, friendship etc: “They're a very united pair/family.”hecht verbonden3 made as a result of several people etc working together for a common purpose: “Let us make a united effort to make our business successful.”eensgezind© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to unite | concentreren (ww.) ; verenigen (ww.) ; verbinden (ww.) ; samenvoegen (ww.) ; samentrekken (ww.) ; samenstromen (ww.) ; samenkoppelen (ww.) ; samenbundelen (ww.) ; samenbrengen (ww.) ; koppelen (ww.) ; een combinatie maken (ww.) ; combineren (ww.) ; bundelen (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijeenbrengen (ww.) ; bijeen voegen (ww.) ; bij elkaar brengen (ww.) ; aansluiten (ww.) |
unite | aaneenvoegen ; verbinden in de zin van verenigen ; paren |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `unite`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: amalgamateEN: band togetherEN: bring togetherEN: coalesceEN: combineEN: come togetherEN: fuseEN: joinEN: join togetherEN: merge