Vertalingen two EN>NL
1 the number or figure 2.twee2 the age of 2.twee1 2 in number.twee2 aged 2.tweetwo-having two (of something): “a two-door car.”twee-'two-'faced (Bijvoeglijk naamwoord)decitful: “a two-faced person.”onoprecht'two-'handed (adjectiv)(to be used, played etc) with two hands: “a two-handed stroke.”voor twee handentwosome (Zelfstandig naamwoord)two people; a couple: “They usually travel in a twosome.”tweetal'two-'way (Bijvoeglijk naamwoord)able to act, operate, be used etc in two ways or directions: “two-way traffic”tweerichtings-'two-year-old (Zelfstandig naamwoord)a person or animal that is two years old.tweejarige(of a person, animal or thing) that is two years old.tweejarigin two(broken) in two pieces: “The magazine was torn in two.”in tweeën© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the two | de koppel ; het paar ; het stel ; het stelletje ; het tweetal |
two | getweeën ; met zijn tweeën ; twee ; twee personen ; twee stuks ; 2 |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `two`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: the two ofUitdrukkingen en gezegdes
EN: two or three
NL: enkeleEN: in
two twos
NL: in een oogwenkEN: divide in
two
NL: in tweeën delenEN: he knows how to put
two and
two together
NL: hij weet hoe de vork aan de steel zit