Vertaal
Naar andere talen: • ticket > DEticket > ESticket > FR
Vertalingen ticket EN>NL

1 a piece of card or paper which gives the holder a certain right, eg of travel, entering a theatre etc: “a bus-ticket”
kaartje

2 a notice advising of a minor motoring offence: “a parking-ticket.”
bon

3 a card or label stating the price etc of something.
etiket
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the tickethet etiket ; het toegangsbewijs ; het ticket ; de sticker (m) ; het spoorkaartje ; het reisbiljet ; het plakkertje ; de plakker (m) ; het plaatsbewijs ; de label (m) ; het kaartje ; de kaart ; het entreebiljet ; de bon (m) ; de boete ; het biljet ; de bekeuring (v)
ticket gesprekkenbriefje ; vervoerbewijs ; toegangskaartje ; toegangsbewijs ; plaatskaartje ; passagebiljet ; kaartje
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ticket`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: card
EN: fine
EN: label
EN: mark

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: (sl.) the ticket NL: wat men hebben moet, je ware NL: (Am.) kandidatenlijst van politieke partij NL: partijprogram