1. MWB
  2. Vertalen
  3. team (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • team > DE • team > ES • team > FR
Vertalingen team EN>NL

1 a group of people forming a side in a game: “a football team.”
ploeg

2 a group of people working together: “A team of doctors.”
ploeg

3 two or more animals working together eg pulling a cart, plough etc: “a team of horses/oxen.”
span

team spirit

willingness of each member of a team or group to work together with loyalty and enthusiasm.
teamgeest

'team-work (Zelfstandig naamwoord)

cooperation between those who are working together on a task etc.
teamwork

team up

to join with another person in order to do something together: “They teamed up with another family to rent a house for the holidays.”
samenwerken
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the teamde duikgroep (v) ; de duikploeg (m) ; het duikteam ; het elftal ; de equipe ; groep van twee of meer (znw.) ; de koppel ; de legers ; de manschappen ; de partij (v) ; de ploeg ; de span ; het stel ; het team ; de werkgroep
team elf
Bronnen: Diving dictionary; interglot


Voorbeeldzinnen met `team`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: eleven
EN: squad
EN: troop