Vertaal
Naar andere talen: • steal > DEsteal > ESsteal > FR
Vertalingen steal EN>NL

1 to take (another person's property), especially secretly, without permission or legal right: “Thieves broke into the house and stole money and jewellery”
stelen

2 to obtain or take (eg a look, a nap etc) quickly or secretly: “He stole a glance at her.”
heimelijk doen

3 to move quietly: “He stole quietly into the room.”
sluipen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to steal kapen (ww.) ; wegpakken (ww.) ; wegnemen (ww.) ; weggraaien (ww.) ; wegglippen (ww.) ; wegfutselen (ww.) ; vervreemden (ww.) ; stelen (ww.) ; ontvreemden (ww.) ; ontstelen (ww.) ; jatten (ww.) ; glippen (ww.) ; floepen (ww.) ; benemen (ww.) ; afsnoepen (ww.) ; afnemen (ww.) ; achterhouden (ww.)
steal gappen ; stalen ; sluipen
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB


Voorbeeldzinnen met `steal`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: appropriate
EN: burgle
EN: embezzle
EN: filch
EN: help yourself to
EN: lift
EN: loot
EN: make off with
EN: nick
EN: pilfer

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `nick`
In US-Engels gebruikt men `steal`
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: steal a glance at NL: een steelse blik werpen op
EN: steal a march on NL: vóór komen
EN: one may steal a horse, another may not look over the hedge NL: de ene mag alles en de andere niets
EN: steal away NL: ongemerkt voorbij gaan
EN: steal out NL: er stilletjes vandoor gaan