Vertalingen slump EN>NL
1 to fall or sink suddenly and heavily: “He slumped wearily into a chair.”zich laten vallen2 (of prices, stocks, trade etc) to become less; to lose value suddenly: “Business has slumped.”in elkaar zakken1 a sudden fall in value, trade etc: “a slump in prices.”plotselinge daling2 a time of very bad economic conditions, with serious unemployment etc; a depression: “There was a serious slump in the 1930s.”depressie© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to slump | invallen (ww.) ; vallen (ww.) ; teruglopen (ww.) ; sterk in waarde dalen (ww.) ; sterk afnemen (ww.) ; slapte (ww.) ; malaise (ww.) ; laagconjunctuur (ww.) ; kelderen (ww.) ; inzinken (ww.) ; inzakken (ww.) ; instorting (ww.) ; ineenzakking (ww.) ; ineenstorting (ww.) ; in elkaar zakken (ww.) ; depressie (ww.) ; debacle (ww.) ; crisis (ww.) |
the slump | de slapheid (v) |
slump | ineenstorting van de prijzen ; scherpe prijsdaling ; prijsdaling |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `slump`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: collapseEN: declineEN: depressionEN: dipEN: downward spiralEN: droopEN: lieEN: lollEN: loungeEN: recession