1 a branch etc on which a bird sits or stands: “The pigeon would not fly down from its perch.”
roest

2 any high seat or position: “He looked down from his perch on the roof.”
hoge plaats

1 (of birds) to go to (a perch); to sit or stand on (a perch): “The bird flew up and perched on the highest branch of the tree.”
neerstrijken

2 to put, or be, in a high seat or position: “He perched the child on his shoulder”
plaatsen, zitten
© K Dictionaries Ltd.

to perch	baars (ww.) ; ijzeroxide (ww.) ; vastroesten (ww.)
the perch	de rivierbaars (m)
perch	baars ; echte baarzen ; keuren ; neststok ; rivierbaars ; schouwen ; steekbaken ; zitstok

Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.




EN: bass

EN: the bird took its perch NL: de vogel streek neer
EN: hop the perch NL: (sl.) het hoekje omgaan
EN: they knocked him off his perch NL: ze brachten 'm van zijn stuk NL: ze versloegen hem totaal
EN: be off to perch NL: naar kooi (bed) gaan
EN: the town was perched on a hill NL: de stad was op een heuvel gelegen. percher roestvogel