Vertalingen only EN>NL
without any others of the same type: “He has no brothers or sisters †“ he's an only child”enig1 not more than: “We have only two cups left”(alleen) maar2 alone: “Only you can do it.”alleen3 showing the one action done, in contrast to other possibilities: “I only scolded the child †“ I did not smack him.”alleen4 not longer ago than: “I saw him only yesterday.”nog pas5 showing the one possible result of an action: “If you do that, you'll only make him angry.”alleen maarexcept that, but: “I'd like to go, only I have to work.”alleenonly toovery: “I'll be only too pleased to come.”maar al te© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
only | enkel ; zonet ; zojuist ; slechts ; pas ; nochtans ; niettemin ; net ; maar ; juist ; echter ; doch ; daarnet ; alleen maar ; alleen ; verlaten ; uitsluitend ; louter ; enige ; enig |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `only`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: individualEN: justEN: loneEN: merelyEN: one and onlyEN: simplyEN: singleEN: singularEN: solelyEN: solitaryUitdrukkingen en gezegdes
EN: if
only I knew
NL: als ik maar wistEN: only too true
NL: maar al te waarEN: only not
NL: zo goed alsEN: (he always says he will do it),
only he never does
NL: maar hij doet het nooitEN: (he does well)
only that he always hesitates to begin
NL: (maar) alleen weet hij nooit goed hoe te beginnen