Vertaal
Naar andere talen: • normal > DEnormal > ESnormal > FR
Vertalingen normal EN>NL
usual; without any special characteristics or circumstances: “How much work do you do on a normal day?”
normaal

nor'mality (Zelfstandig naamwoord)

normaliteit

normally (Bijwoord)

1 in a usual, ordinary way: “He was behaving quite normally yesterday.”
normaal

2 usually; most often: “I normally go home at 4 o'clock.”
gewoonlijk
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
normal geregeld ; gewoon ; normaal ; op vaste tijden ; regelmatig ; regulier ; hartontwikkeling ; loodlijn ; loodrecht (op) ; Normaal ; normale ; smetteloos ; standaard- ; verticaal
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; MWB; Wakefield genealogy pages; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `normal`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: average
EN: common
EN: commonplace
EN: conventional
EN: everyday
EN: majority
EN: middle-of-the-road
EN: mundane
EN: ordinary
EN: regular