Vertalingen neck EN>NL
to neck | vrijen (ww.) ; minnen (ww.) ; minnekozen (ww.) ; liefkozen (ww.) ; hals (ww.) ; de liefde bedrijven (ww.) ; beminnen (ww.) |
the neck | de nek (m) |
neck | steel ; wespentaille ; vulslurf ; vulnek ; verbindingsstuk ; ashals ; schroefkraag ; nek ; neck ; mengbuis ; kraag aan uiteinde van buis ; kinnebakspek ; hals ; flens aan uiteinde van balk ; cervix ; bergpas ; bergengte |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `neck`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: collarEN: décolletageEN: napeUitdrukkingen en gezegdes
EN: break the
neck of a task
NL: 't moeilijkste deel achter de rug hebbenEN: get it in the
neck
NL: klappen krijgen NL: (Am.) de bons krijgenEN: neck and crop
NL: helemaalEN: save one's
neck
NL: de galg ontlopen, het er levend afbrengenEN: they ran
neck and
neck
NL: ze hielden elkaar precies bijEN: neck or nothing
NL: erop of eronderEN: win by a
neck
NL: met een halslengte winnenEN: he got it in the
neck
NL: hij kreeg op z'n lazerEN: talk through (the back of) one's
neck
NL: uit z'n nek(haren) kletsen