Vertaal
Naar andere talen: • collar > DEcollar > EScollar > FR
Vertalingen collar EN>NL

1 the part of a garment at the neck especially of a shirt, jacket etc: “This collar is too tight.”
kraag

2 something worn round the neck: “The dog's name was on its collar.”
halsketting
to seize, get hold of: “He collared the speaker as he left the room.”
aanklampen

'collar-bone (Zelfstandig naamwoord)

either of two bones joining breast-bone and shoulder-blade.
sleutelbeen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to collar wegpakken (ww.) ; wegnemen (ww.) ; vervreemden (ww.) ; stelen (ww.) ; kapen (ww.) ; benemen (ww.) ; afnemen (ww.)
the collarde leiband (m) ; de boord (m) ; het boordje ; het gareel ; de halsband (m) ; de halsboord (m) ; halskraag (znw.) ; het harnas ; de kraag (m) ; het kraagje ; de toom (m) ; het tuig
collar stapelbordomvormer ; stelring ; halsbeugel ; beslag ; boorgatmond ; borst ; borst van bout ; bus ; bus in de zin van ring om as ; collar ; flens ; gareel ; askraag ; halsketting ; kokermof ; kraag ; neus ; radkrans ; ring ; ring om as ; rug ; slangklem
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `collar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: band
EN: filch
EN: necklace
EN: revere
EN: ribbon

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: pull against the collar NL: zwoegen