1 to get or climb up (on or on to): “He mounted the platform”
bestijgen

2 to rise in level: “Prices are mounting steeply.”
stijgen

3 to put (a picture etc) into a frame, or stick it on to card etc.
monteren

4 to hang or put up on a stand, support etc: “He mounted the tiger's head on the wall.”
ophangen, opzetten

5 to organize: “The army mounted an attack”
organiseren

1 a thing or animal that one rides, especially a horse.
rijdier

2 a support or backing on which anything is placed for display: “Would this picture look better on a red mount or a black one?”
omlijstring

'mounted (Bijvoeglijk naamwoord)

on horseback: “mounted policemen.”
bereden

'Mountie (Zelfstandig naamwoord)

a member of the Royal Canadian Mounted Police.
-a mountain: “Mount Everest.”
berg
© K Dictionaries Ltd.

to mount	bestijgen (ww.) ; rijpaard (ww.) ; rijdier (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhoogklimmen (ww.) ; monteren (ww.) ; klimmen (ww.) ; in scene zetten (ww.) ; hoger worden (ww.) ; ensceneren (ww.) ; beklimmen (ww.) ; aankoppelen (ww.) ; aanbrengen (ww.)
the mount	de berg (m)
mount	aanbouwen ; zetten ; opzetten in de zin van overeind zetten ; monteren in de zin van bevestigen ; bewerken ; afstemmen ; adapteren ; aanpassen

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; KDE opensourcesoftware; Wikipedia; A.M.T.S.; Autowoordenboek




EN: charger
EN: horse
EN: knoll
EN: mare
EN: mound
EN: pony
EN: prominence
EN: rise
EN: stallion
EN: steed

EN: mount guard NL: de wacht betrekken
EN: mounted police NL: bereden politie
EN: mounted artillery NL: veldartillerie
EN: he was badly mounted NL: hij had een slecht paard
EN: they mounted an offensive NL: zij ontketenden een offensief