Vertalingen live EN>NL
to live | leven (ww.) ; logeren (ww.) ; resideren (ww.) ; verblijven (ww.) ; wonen (ww.) |
live | gevestigd zijn ; huizen ; levend ; live ; onder spanning ; onder spanning staand ; stroomvoerend |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `live`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: beEN: be a resident ofEN: before a live audienceEN: continue livingEN: dwellEN: have your homeEN: in concertEN: in performanceEN: inhabitEN: live inUitdrukkingen en gezegdes
EN: live close
NL: er zuinigjes van levenEN: live well
NL: er goed van eten NL: 'n goed leven leidenEN: live and learn!
NL: ondervind het maar eens!EN: as I
live
NL: zowaar (ik leef)EN: if I
live to see the day
NL: als ik de dag nog beleef, meemaakEN: live again
NL: herlevenEN: live by
NL: leven vanEN: live down difficulties
NL: moeilijkheden te boven komenEN: live from hand to mouth
NL: v.d. hand in de tand levenEN: live in
NL: inwonend zijnEN: the room was not
lived in
NL: de kamer werd niet bewoondEN: live off
NL: leven (op kosten) vanEN: live on (bw)
NL: blijven levenEN: he
lives on potatoes
NL: hij leeft van aardappelenEN: he
lives (up)on (off) her
NL: hij leeft van haar (geld)EN: live out
NL: niet inwonend zijnEN: she did not
live out the night
NL: ze haalde de morgen nietEN: live out cares
NL: zorgen te boven komenEN: he
lived out his life in a home for sailors
NL: