Vertalingen goal EN>NL
1 in football, rugby, hockey etc the act of kicking, hitting etc a ball between the goalposts; the point gained by doing this: “He scored six goals.”goal, doelpunt2 an aim or purpose: “My goal in life is to write a book.”doel'goalkeeper (Zelfstandig naamwoord)(alsokeeper) a player, eg in hockey or football, whose job is to prevent members of the other team from scoring goals.keeper, doelman'goalpost (Zelfstandig naamwoord)one of the two upright posts which form the goal in football, rugby, hockey etc.doelpaal to score a goal (not gaol).
to put a criminal in gaol (not goal).
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the goal | de doeltrap (m) ; het voornemen ; de treffer (m) ; de toeleg (m) ; het streven ; het oogmerk ; het objectief ; de moedwil (m) ; de inzet (m) ; de intentie (v) ; de goal (m) ; de doelstelling (v) ; het doelpunt ; het doeleinde ; het doel |
goal | bedoeling ; wit ; honk ; einddoel ; doelwit ; doel |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; MWB; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `goal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: aimEN: aspirationEN: desireEN: dreamEN: hitEN: hopeEN: objectiveEN: purposeAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: goal US-spelling: jail |