Vertalingen foretell EN>NL
to tell (about something) before it has happened: “to foretell the future from the stars.”voorspellen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to foretell | tevoren zeggen (ww.) ; voorspellen (ww.) ; voortellen (ww.) ; wichelen (ww.) |
foretell | beduiden ; profeteren ; voorzeggen ; waarzeggen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `foretell`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: augurEN: betokenEN: bodeEN: foreshadowEN: portendEN: predictEN: prophesyEN: signifyEN: soothsay