Vertalingen each EN>NL
every (thing, person etc) of two or more, considered separately: “each house in this street.”elkevery single one, of two or more: “They each have 50 cents.”elkto or for each one; apiece; I gave them an apple each.elkeach otherused as the object when an action takes place between two (loosely, more than two) people etc: “They wounded each other.”elkaar each is singular: Each of them has (not have) a bag in his hand.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
each | allen ; elk ; elk ; elke ; elkeen ; ieder ; iedere ; iedereen ; iedereen ; à ; al de ; al het ; alleman ; bij ; een ieder ; telkens |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `each`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: allEN: respectivelyUitdrukkingen en gezegdes
EN: 5 dollar
each
NL: 5 dollar per stukEN: each other
NL: elkaar