Vertaal
Naar andere talen: • engage > DEengage > ESengage > FR
Vertalingen engage EN>NL

1 to begin to employ (a workman etc): “He engaged him as his assistant.”
in dienst nemen

2 to book; to reserve: “He has engaged an entertainer for the children's party.”
engageren

3 to take hold of or hold fast; to occupy: “to engage someone's attention.”
in beslag nemen

4 to join battle with: “The two armies were fiercely engaged.”
in gevecht geraken

5 to (cause part of a machine etc to) fit into and lock with another part: “The driver engaged second gear.”
koppelen

en'gaged (Bijvoeglijk naamwoord)

1 bound by promise (especially to marry): “She became engaged to John.”
verloofd

2 (within) employed or occupied: “She is engaged in social work.”
bezig met

3 busy; not free; occupied: “Please come if you are not already engaged for that evening”
bezet

en'gagement (Zelfstandig naamwoord)

: “the engagement of three new assistants”
aanstelling, verloving, afspraak, gevecht

en'gaging (Bijvoeglijk naamwoord)

attractive: “an engaging smile.”
innemend
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to engage benutten (ww.) ; verbintenis aangaan (ww.) ; uitnodigen (ww.) ; toepassen (ww.) ; inviteren (ww.) ; inschrijven (ww.) ; inschakelen (ww.) ; inhuren (ww.) ; ingrijpen (ww.) ; ineengrijpen (ww.) ; in dienst nemen (ww.) ; gebruiken (ww.) ; erbij betrekken (ww.) ; engageren (ww.) ; aanwenden (ww.) ; aantrekken (ww.) ; aannemen (ww.) ; aanmonsteren (ww.) ; aanmelden (ww.) ; aangrijpen (ww.)
engage aangrijpen van tandwielen ; pakken van koppeling ; koppelen in de zin van inschakelen ; inschakelen in de zin van in werking stellen ; doen ineengrijpen ; activeren ; activeer
Bronnen: interglot; Vlietstra; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; MWB


Voorbeeldzinnen met `engage`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: absorb
EN: engross
EN: grip
EN: occupy
EN: rivet

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: engage a person's attention NL: op iemands aandacht beslag leggen, voor z. opeisen
EN: engage in NL: z. begeven in
EN: engage for NL: garanderen, instaan voor
EN: engage upon NL: beginnen met
EN: are you engaged? NL: bent u bezig, bezet?
EN: be engaged in (on) NL: bezig met
EN: engaged couple NL: verloofd paar
EN: engaging NL: innemend
EN: number engaged NL: (tel.) in gesprek