1. MWB
  2. Vertalen
  3. occupy (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • occupy > DE • occupy > ES • occupy > FR
Vertalingen occupy EN>NL

1 to be in or fill (time, space etc): “A table occupied the centre of the room.”
in beslag nemen

2 to live in: “The family occupied a small flat.”
bewonen

3 to capture: “The soldiers occupied the town.”
bezetten

'occupant (Zelfstandig naamwoord)

a person who occupies (a house etc), not necessarily the owner of the house.
bewoner

'occu'pation (Zelfstandig naamwoord)

1 a person's job or work.
beroep

2 the act of occupying (a house, town etc).
bewoning, bezetting

3 the period of time during which a town, house etc is occupied: “During the occupation, there was a shortage of food.”
bewoning, bezetting

'occu'pational (Bijvoeglijk naamwoord)

of, or caused by, a person's job: “an occupational disease.”
beroeps-

'occupier (Zelfstandig naamwoord)

an occupant.
bewoner
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to occupy bewonen (ww.) ; innemen (ww.) ; veroveren (ww.)
occupy bekleden ; beslaan ; bezetten ; bezig houden ; in beslag nemen
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `occupy`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
EN: be occupied with, occupier oneselves with NL: bezig zijn met