Vertalingen carry EN>NL
to carry | iets transporteren (ww.) ; zeulen (ww.) ; vervoeren (ww.) ; transporteren (ww.) ; torsen (ww.) ; steunen (ww.) ; sjouwen (ww.) ; ruggesteunen (ww.) ; overdragen (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; meebrengen (ww.) ; langs brengen (ww.) ; gebukt gaan onder (ww.) ; dragen (ww.) ; brengen (ww.) |
carry | carry ; voorhebben ; voeren ; vervoeren in de zin van dragen ; tillen ; reikwijdte ; overdragen ; overdracht ; financiëringskost |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; MWB
Voorbeeldzinnen met `carry`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: conveyEN: fetchEN: getEN: passEN: takeEN: transportUitdrukkingen en gezegdes
EN: carry o.s.
NL: z. gedragen, z. houden, optredenEN: carry authority
NL: invloedrijk zijnEN: carry the day
NL: zegevierenEN: carry an election
NL: een verkiezing winnenEN: carry it,
carry one's point
NL: het 'halen'EN: carry a meeting
NL: een vergadering met z. meekrijgenEN: carry a motion
NL: een motie aannemenEN: carry x to the 3rd power
NL: x tot de 3e macht verheffenEN: it carries a salary
NL: er is een salaris aan verbondenEN: carry things too far
NL: de zaak te ver drijvenEN: carry a tune
NL: wijs houdenEN: carry weight
NL: gehandicapt zijn NL: gewicht in de schaal leggenEN: carry about
NL: ronddragen, met z. meedragenEN: carry along
NL: meedragen, meeslepenEN: carry away
NL: wegvoeren, wegdragen NL: meeslepen NL: verliezen, verspelenEN: carry back
NL: terugvoeren (ook figuurlijk in het verleden)EN: carry all before one
NL: alles meeslepen of doen wijken