Vertalingen confess EN>NL
to make known that one is guilty, wrong etc; to admit: “He confessed (to the crime)”bekennencon'fession (Zelfstandig naamwoord)1 acknowledgment of a crime or fault: “The youth made a confession to the police officer.”bekentenis2 (an) act of confessing one's sins to a priest: “She went to confession every Friday.”biechtcon'fessional (Zelfstandig naamwoord)the seat etc where a priest sits when hearing confessions.biechtstoelcon'fessor (Zelfstandig naamwoord)a priest who hears confessions.biechtvader© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to confess | bekennen (ww.) ; belijden (ww.) ; biechten (ww.) ; opbiechten (ww.) |
confess | erkennen ; toegeven |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `confess`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: acknowledgeEN: come cleanEN: declareEN: discloseEN: divulgeEN: make a clean breastEN: own upEN: stateEN: unburden oneselfUitdrukkingen en gezegdes
EN: confess to
NL: bekennen