1 kindness (especially in giving money to poor people): “She gave clothes to the gypsies out of charity.”
liefdadigheid

2 an organization set up to collect money for the needy, for medical research etc: “Many charities sent money to help the victims of the disaster.”
liefdadigheidsinstelling

'charitable (Bijvoeglijk naamwoord)

1 (negativeuncharitable) kind.
menslievend

2 of a charity: “a charitable organization.”
liefdadig

'charitably (Bijwoord)

menslievend
© K Dictionaries Ltd.

the charity	de barmhartigheid (v) ; de humaniteit (v) ; de liefdadigheid (v) ; de liefdadigheidsinstelling (v) ; de liefdedienst (m) ; het liefdewerk ; de menslievendheid (v) ; de naastenliefde (v) ; de weldaad ; weldadigheidsinstelling (znw.)
charity	aalmoes ; algemeen nut instelling ; charitas ; charitatieve instelling ; genade ; liefdadigheidsinstelling

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; MWB




EN: benevolence
EN: compassion
EN: generosity
EN: humanity
EN: patronage
EN: Zelfst. Naamw.

EN: in (out of) charity NL: uit liefdadigheid
EN: charity begins at home NL: het hemd is nader dan de rok
EN: charity boy NL: gestichtsjongen
EN: charity concert NL: liefdadigheidsconcert
EN: charity school NL: armenschool