Vertalingen bloom EN>NL
1 a flower: “These blooms are withering now.”bloem2 the state of flowering: “The flowers are in bloom.”bloei3 freshness: “in the bloom of youth.”bloeito flower or flourish: “Daffodils bloom in the spring.”bloeien© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to bloom | tot volle wasdom komen (ww.) ; tot hoogconjunctuur komen (ww.) ; tot bloei komen (ww.) ; opfleuren (ww.) ; opbloeien (ww.) ; opblazen (ww.) ; ontplooien (ww.) ; ontgroeien (ww.) ; goed lopen (ww.) ; floreren (ww.) ; bloeien (ww.) |
the bloom | de bloei |
bloom | waasvorming ; zwavelaanslag ; waslaagje ; bloem ; waas ; voorgewalst blok ; vetbloem ; uitslag ; uitslaan ; uitbloeien ; ondoorzichtig worden ; koelovenaanslag ; dauw ; bloomstang ; bloom ; blom ; bloesem |
Bronnen: interglot; Vlietstra; KNNV Botanical glossary; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `bloom`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: budEN: come into budEN: come into flowerEN: flowerEN: prosper