Vertaal
Naar andere talen: • bomb > DEbomb > ESbomb > FR
Vertalingen bomb EN>NL
a hollow case containing explosives etc: “The enemy dropped a bomb on the factory and blew it up.”
bom

1 to drop bombs on: “London was bombed several times.”
bombarderen

2 to fail miserably: “The play bombed on the first night.”
floppen

'bomber (Zelfstandig naamwoord)

1 an aeroplane built for bombing.
bommenwerper

2 a person who bombs: “Bombers have caused many deaths in Northern Ireland.”
bommengooier

'bombshell (Zelfstandig naamwoord)

1 a piece of startling news: “His resignation was a real bombshell.”
een donderslag bij heldere hemel

2 (slang) a sexy woman.
seksbom
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to bomb bestoken (ww.) ; bom (ww.) ; bombarderen (ww.) ; bommen werpen (ww.) ; explosief (ww.) ; granaat (ww.) ; kanonneren (ww.) ; met kanon beschieten (ww.) ; projectiel (ww.) ; vanuit de lucht beschieten (ww.)
bomb bom ; valluik
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bomb`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: attack
EN: barrage
EN: explosive
EN: open fire on
EN: shell

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: the show went like a bomb NL: was een daverend succes
EN: make a bomb NL: (ook) een bom geld verdienen