Vertalingen annoy EN>NL
to make (someone) rather angry or impatient: “Please go away and stop annoying me!”ergerenan'noyance (Zelfstandig naamwoord)1 something which annoys: “That noise has been an annoyance to me for weeks!”ergernis2 the state of being annoyed: “He was red in the face with annoyance.”ergernisan'noyed (Bijvoeglijk naamwoord)made angry: “My mother is annoyed with me”boosan'noying (Bijvoeglijk naamwoord): “annoying habits.”ergerlijkan'noyingly (Bijwoord)ergerlijk© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to annoy | aanstoot geven (ww.) ; choqueren (ww.) ; ergeren (ww.) ; irriteren (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; schokken (ww.) ; shockeren (ww.) ; vervelen (ww.) |
annoy | bedroeven ; grieven ; verdriet doen ; verdrieten ; verontwaardigen |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `annoy`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: be annoying