Vertalingen adjust EN>NL
1 (often withto) to change so as to make or be better suited: “He soon adjusted to his new way of life.”zich aanpassen2 to change (the position of, setting of): “Adjust the setting of the alarm clock.”verstellena'djustable (Bijvoeglijk naamwoord)able to be adjusted: “This car has adjustable seats.”verstelbaara'djustment (Zelfstandig naamwoord)regeling© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to adjust | regelen (ww.) ; adjusteren (ww.) ; afregelen (ww.) ; afstellen (ww.) ; afstemmen (ww.) ; bijregelen (ww.) ; bijstellen (ww.) ; bijsturen (ww.) ; ding rechtzetten (ww.) ; instellen (ww.) ; justeren (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; aanpassen (ww.) ; stellen ; stellen (ww.) ; trimmen (ww.) ; vereffenen (ww.) ; verrekenen (ww.) ; verstellen ; verstellen (ww.) ; zich aanpassen (ww.) ; zich schikken (ww.) ; zich voegen (ww.) ; zich voegen naar (ww.) |
adjust | instellen ; adapteren ; afregelen van apparaat ; afstellen ; afstellen van apparaat ; arrangeren ; bewerken ; correctie-afrekening ; corrigeren in de zin van bijstellen ; fitten ; gelijkzetten ; goed zetten ; aanbrengen ; justeren ; mengen ; monteren ; opheffen van speling ; passend maken ; rectificeren ; regelen ; speling nastellen ; speling opheffen ; stellen van kleppen ; verbeteren |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; Omegawiki.org; MWB
Voorbeeldzinnen met `adjust`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: join