Vertalingen assert EN>NL
1 to say definitely: “She asserted that she had not borrowed his book.”verklaren2 to insist on: “He should assert his independence.”opkomen vooras'sertion (Zelfstandig naamwoord)beweringas'sertive (Bijvoeglijk naamwoord)(too) inclined to assert oneself.zelfbewust, aanmatigendassert oneselfto state one's opinions confidently and act in a way that will make people take notice of one: “You must assert yourself more if you want promotion.”zich doen gelden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to assert | betogen (ww.) ; beweren (ww.) ; demonstreren (ww.) |
assert | bezweren ; doen gelden ; laten gelden ; opkomen voor ; verklaren ; verzekeren |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `assert`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: acknowledgeEN: announceEN: assertionEN: avowEN: confirmEN: establishEN: insistEN: pronounceEN: stateEN: verify