Vertaal
Naar andere talen: • ähneln > ENähneln > ESähneln > FR
Vertalingen ähneln DE>NL

ähneln

werkw.
Uitspraak:  ɛːnəln]

viele Gemeinsamkeiten in der Art oder im Aussehen haben - lijken op
Er ähnelt seinem Vater sehr. - Hij lijkt veel op zijn vader.
Die Fälle ähneln sich. - De gebeurtenissen lijken op elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ähneln (ww.) eruit zien (ww.) ; gelijken (ww.) ; lijken (ww.) ; lijken op (ww.) ; schijnen (ww.) ; toeschijnen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ähneln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aussehen wie
DE: gleichen
DE: ähnlich sehen