Vertalingen zügern DE>NL
zügern (ww.) | aarzelen (ww.) ; dralen (ww.) ; drentelen (ww.) ; druilen (ww.) ; hannesen (ww.) ; talmen (ww.) ; teuten (ww.) ; treuzelen (ww.) ; zaniken (ww.) ; zeiken (ww.) ; zeuren (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `zügern`

Voorbeeldzinnen laden....