Vertaal
Naar andere talen: • Ärger > ENÄrger > ESÄrger > FR
Vertalingen Ärger DE>NL

der Ärger

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ɛrgɐ]
Verbuigingen:  Ärgers

1) starkes Gefühl der Unzufriedenheit - ergernis , irritatie
Sie ließ ihren Ärger an mir aus. - Ze reageerde geïriteerd op mij.

2) Schwierigkeiten, Unannehmlichkeiten - moeilijkheden
Ärger mit der Polizei bekommen - Moeilijkheden met de politie krijgen.
Bitte machen Sie keinen Ärger! - Doet u alstublieft niet moeilijk!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Ärger kregelheid (znw.) ; de wrevel (m) ; de woede (v) ; de verstoordheid (v) ; de verontwaardiging (v) ; de trammelant (m) ; de toorn (m) ; de overlast (m) ; het ongerief ; het ongemak ; de narigheid (v) ; het misnoegen ; de knorrigheid (v) ; de irritatie (v) ; de hinder (m) ; het gelazer ; de gegriefdheid (v) ; het gedonder ; de ergernissen ; de ergernis (v) ; het chagrijn ; de aanstoot (m)
Ärger boosheid
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `Ärger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bitterkeit
DE: Elend
DE: Empörung
DE: Grimm
DE: Groll
DE: Irritation
DE: Last
DE: Mühe
DE: Problem
DE: Rage