Vertaal
Naar andere talen: • zwinkern > ENzwinkern > ESzwinkern > FR
Vertalingen zwinkern DE>NL

zwinkern

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦvɪŋkɐn]

1) ein Auge oder beide Augen kurz schließen und wieder öffnen - knipperen
Der Rauch brannte mir in den Augen, so dass ich zwinkern musste. - Ik moest met mijn ogen knipperen omdat de rook in mijn ogen brandde.

2) zwinkern, um jemandem etw. zu signalisieren - knipperen
freundlich (mit den Augen) zwinkern - vriendelijk (met zijn ogen) knipperen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zwinkern (ww.) knipogen (ww.) ; knipperen (ww.) ; met oogleden op en neer gaan (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zwinkern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anblinzeln
DE: anzwinkern
DE: augenblinzeln
DE: blinken
DE: Blinzeln
DE: flackern
DE: funken
DE: zuzwinkern