Vertalingen Zweig DE>NL
der Zweig
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʦvaik] |
Verbuigingen: | Zweig(e)s , Zweige |
1) der Teil eines Baums, an dem Blätter / Nadeln wachsen plantkunde -
tak , twijg Äste und Zweige für ein Feuer sammeln - takken en twijgjes verzamelen voor een vuur |
auf keinen grünen Zweig kommen (=nicht erfolgreich sein) - niet van de grond komen
Sie ist mit ihrer Internetfirma auf keinen grünen Zweig gekommen. - Zij is met haar internetbedrijf financieel niet succesvol geworden.
|
2) Teilgebied, Abteilung o. Ä. -
tak ein naturwissenschaftliches Gymnasium mit neusprachlichem Zweig - een natuurwetenschappelijk gymnasium met een tak van de moderne talen Auf welchen Ausbildungszweig möchtest du dich spezialisieren? - In welke tak van het onderwijs zou jij je willen specialiseren? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Zweig | de afstammeling (m) ; de boomtak (m) ; deelsoort (znw.) ; de ent ; de nakomeling (m) ; de tak (m) ; de telg ; twijg |
Zweig | aftakking ; brug ; cladus ; tak |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Zweig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbkommeDE: AstDE: BaumzweigDE: BereichDE: BrancheDE: DomäneDE: EbeneDE: ErbeDE: FachDE: GebietUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf einen grünen
Zweig kommen
NL: in goeden doen komenDE: auf keinen grünen
Zweig kommen
NL: het tot niets brengen