1. MWB
  2. Vertalen
  3. zusammenflechten (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen zusammenflechten DE>NL
zusammenflechten (ww.) ineenstrengelen (ww.) ; ineenvlechten (ww.) ; samenvlechten (ww.) ; verstrengelen (ww.) ; vervlechten (ww.) ; verweven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zusammenflechten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einflechten
DE: einweben
DE: flechten
DE: verflechten
DE: verketten
DE: verschlingen
DE: verweben