Vertalingen zerquetschen DE>NL
zerquetschen
werkw.
durch starken Druck verletzen, töten oder zerstören -
verpletteren , verbrijzelen Bei dem Unfall wurde sein Bein zerquetscht. - Bij het ongeluk werd zijn been verbrijzeld. Sie zerquetschte die Banane in einer Schüssel. - Zij prakte de banaan in een schaal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zerquetschen (ww.) | fijndrukken (ww.) ; fijnmaken (ww.) ; platdrukken (ww.) ; platmaken (ww.) ; pletten (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; verpletteren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zerquetschen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: feinmachenDE: feinmahlenDE: in Scherben schlagenDE: in Stücke schlagenDE: kaputtschlagenDE: kneifenDE: kneifen inDE: kurz und klein schlagenDE: verreibenDE: walzen