Vertaal
Naar andere talen: • zerfetzen > ENzerfetzen > ESzerfetzen > FR
Vertalingen zerfetzen DE>NL

zerfetzen

werkw.
Uitspraak:  ɛɐˈfɛʦən]

mit viel Kraft in Stücke reißen - verscheuren
Die Katze hat die Zeitung zerfetzt. - De kat heeft de krant verscheurd.
Die Tretmine zerfetzte dem Kind die Beine. - De benen van het kind werden afgerukt door de landmijn.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zerfetzen (ww.) aan flarden scheuren (ww.) ; billekoek geven (ww.) ; een pak slaag geven (ww.) ; ergens uitscheuren (ww.) ; kapot scheuren (ww.) ; verscheuren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zerfetzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abtragen
DE: abwracken
DE: entnerven
DE: kaputtziehen
DE: zehren
DE: zerlegen
DE: zerreissen